Trombolytica bij bloedstolsels tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Het is onbekend of alteplase, tenecteplase en urokinase veilig gebruikt kunnen worden tijdens de borstvoeding. Dit is niet onderzocht.

Deze middelen worden gebruikt in ernstige, acute situaties, zoals een hartinfarct, longembolie of herseninfarct. De middelen blijven maar kort in het lichaam. De mogelijke blootstelling van het kind aan deze middelen via de borstvoeding is daarom naar verwachting heel laag.

Risico indeling

  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - alteplase
    • - tenecteplase
    • - urokinase

Achtergrondinformatie

Er worden geen nadelige gevolgen tijdens de borstvoeding verwacht
Alteplase is afgeleid van weefselplasminogeenactivator (tPA) en dit is een normaal bestandsdeel van moedermelk. Het is vooral aanwezig in het colostrum en neemt in de eerste week van de borstvoeding snel af. Alteplase wordt naar verwachting afgebroken in het maagdarmstelsel van het kind. [1] Alteplase, tenecteplase en urokinase hebben een korte halfwaardetijd. Naar verwachting is de blootstelling van het kind via borstvoeding laag. [1-2]

arrow icon
  • National Library of Medicine (US). Drugs and Lactation Database (LactMed) [Internet]. 21-06-2021. Beschikbaar via https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK501922/
  • Gerald G. Briggs, Roger K. Freeman, Craig V. Towers. Drugs in Pregnancy and Lactation. 11th. Wolters Kluwer Health;2016-04-17. p.707

Laatst bijgewerkt op 16-08-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.