Erytropoëtische groeifactoren (epo) tijdens de zwangerschap

In het kort

Er is weinig onderzoek gedaan naar het gebruik van de erytropoëtische groeifactoren tijdens de zwangerschap. Erytropoëtische groeifactoren zijn grote moleculen. De kans dat ze over de placenta naar het kind kunnen gaan, lijkt klein.

Let op

  • Maak telkens een individuele beoordeling op basis van de ernst van de ziekte en de termijn van de zwangerschap.
  • Wees alert op trombose. Dit is niet beschreven bij het gebruik van de erytropoëtische groeifactoren tijdens de zwangerschap, maar een risico hierop is niet uitgesloten.

Risico indeling

  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - darbepoëtine
    • - epoëtine alfa
    • - epoëtine bèta
    • - epoëtine zèta
    • - methoxypolyethyleenglycol-epoëtine bèta

Achtergrondinformatie

Darbepoëtine
Er zijn slechts enkele casusbeschrijvingen die het gebruik van darbepoëtine tijdens het tweede en derde trimester van de zwangerschap beschrijven. Er werden geen nadelige effecten van darbepoëtine gezien. Gelet het hoge molecuulgewicht, is het niet te verwachten dat darbepoëtine over de placenta naar het kind gaat.

Epoëtine alfa, beta en zeta
Epoëtine alfa, beta en zeta zijn recombinant humaan erythropoëtine.  Enkele casusbeschrijvingen en kleine case series beschrijven het gebruik van recombinant humaan erythropoëtine, waarvan een aantal in het eerste trimester. De meeste kinderen werden gezond geboren. In een aantal cases werden complicaties beschreven (polyhydramnion, pre-eclampsie, verslechtering van de nierfunctie van de zwangere, abruptio placentae, IUGR). (De ernst van) het onderliggend ziektebeeld kan hier een factor in zijn. Er zijn geen (eenduidige) aanwijzingen voor teratogene effecten. Omdat het een groot molecuul is, is het onwaarschijnlijk dat epoëtine alfa, beta of zeta over de placenta gaat.

Methoxypolyethyleenglycol-epoëtine bèta
Er zijn geen casusbeschrijvingen van het gebruik van methoxypolyethyleenglycol-epoëtine bèta tijdens de zwangerschap. Methoxypolyethyleenglycol-epoëtine bèta is een groot molecuul, het is niet te verwachten dat het over de placenta naar het kind gaat.

Laatst bijgewerkt op 14-09-2021


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.