Diverse bloeddrukverlagende middelen tijdens de zwangerschap

In het kort

Methyldopa kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Het is een van de voorkeursmiddelen bij een verhoogde bloeddruk tijdens de zwangerschap.

Het is onbekend of clonidine, guanfacine en moxonidine tijdens de zwangerschap veilig gebruikt kunnen worden.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er meer onderzoek is gedaan naar dat middel of studies minder discrepanties tonen. Het belang van behandeling kan na afweging groter zijn dan het risico.
    • - methyldopa
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - clonidine
    • - guanfacine
    • - moxonidine

Achtergrondinformatie

Methyldopa

Methyldopa is al jaren een van de voorkeursmiddelen in de zwangerschap bij hypertensie. Het wordt in de praktijk veel gebruikt. Methyldopa wordt meestal goed verdragen en is goed onderzocht. Er wordt in 6 prospectieve en 3 retrospectieve studies geen verhoogd risico op aangeboren afwijkingen gezien bij gebruik in het 1e trimester (rond de 1250 prospectieve gevolgde zwangerschappen). In één retrospectieve studie wel, de aantallen zijn echter klein. Evenmin wordt een verhoogd risico op nadelige effecten gemeld bij gebruik in het 2e en 3e trimester (>2000 zwangerschappen). Lange termijn onderzoek laat geen effecten zien op de kinderen.

Ondanks het ruime gebruik in de tweede helft van de zwangerschap is er slechts één melding van onthoudingsverschijnselen bij de pasgeborene. Het betreft een casus van een hypertensieve crisis met acuut hartfalen bij een pasgeborene twee weken postpartum. De moeder gebruikte de laatste tien weken van de zwangerschap methyldopa. Gedacht wordt dat de hypertensieve crisis is veroorzaakt door de onthouding van methyldopa bij het kind.

Clonidine
Er is weinig onderzoek gedaan naar het gebruik met clonidine in de zwangerschap. Ervaring met het gebruik als antihypertensivum is beperkt en vooral in het derde trimester (ruim 200 zwangerschappen). Clonidine wordt soms gegeven bij ernstige hyperemesis gravidarum. In de literatuur wordt slechts een twintigtal zwangerschappen beschreven voor deze indicatie. Er is onvoldoende onderzoek om een uitspraak te kunnen doen over het risico op aangeboren afwijkingen.
Bij gebruik op het eind van de zwangerschap zijn enkele cases van kortdurende hypertensie bij de pasgeborene beschreven. Dit lijkt een onthoudingsverschijnsel van clonidine te zijn. Een case-report beschrijft neonatale hypotonie en slaperigheid en mogelijk gegeneraliseerde epileptische aanvallen na gebruik van 0,15 mg clonidine per dag door de moeder tijdens de zwangerschap en aansluitend tijdens de borstvoeding.

Verder is er onderzoek waarin het gebruik tijdens de bevalling wordt beschreven. Clonidine verlengt de duur van de anesthesie en verlaagd de pijn. Er worden weinig effecten gezien van de clonidine op de pasgeborene.

Guanfacine en moxonidine
Over het gebruik van guanfacine en moxonidine tijdens de zwangerschap zijn geen gegevens bekend.

Laatst bijgewerkt op 19-03-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.