Paracetamol tijdens de zwangerschap

In het kort

Paracetamol is het eerste keuze middel
Paracetamol is het middel van eerste keuze bij de behandeling van pijn en koorts tijdens de zwangerschap. Pijn en koorts zijn een risico tijdens de zwangerschap. Het gebruik van paracetamol tijdens de zwangerschap is een keuze die moet worden afgewogen. De ernst van de klachten speelt hierin een belangrijke rol. Net als de mogelijke gevolgen wanneer je geen paracetamol zou nemen.

Onderzoeken naar paracetamol worden veel gedaan, maar zijn niet altijd duidelijk
Naar het gebruik van paracetamol doen wetenschappers veel onderzoek. Er zijn geen eenduidige aanwijzingen voor een hoger risico op aangeboren afwijkingen. Ook zijn er geen eenduidige aanwijzingen voor gevolgen voor het kind als het wat ouder is. De onderzoeken spreken elkaar hier in tegen. Dit komt omdat onderzoek op dit gebied ingewikkeld is. Er zijn ook kanttekeningen te plaatsen bij de gevonden resultaten. Meer onderzoeken van betere kwaliteit zijn nodig om de precieze veiligheid te kunnen vaststellen. 

Let op:

  • Gebruik paracetamol alleen bij klachten en in een zo laag mogelijke dosering die wel werkt.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de zwangerschap. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten op de zwangerschap. Of studies tonen discrepanties, maar zijn overwegend gunstig. Het belang van behandeling zal na afweging veelal groter zijn dan het risico.
    • - paracetamol (+ coffeïne)

Achtergrondinformatie

Paracetamol is het voorkeursmiddel tijdens de gehele zwangerschap
Paracetamol (eventueel in combinatie met coffeïne) voor pijnstilling en koorts kan gedurende de gehele zwangerschap worden gebruikt. Andere middelen voor pijnstilling kunnen effecten hebben op de zwangerschap, met name in het derde trimester. In sommige onderzoeken wordt een mogelijk verband gelegd tussen paracetamol en een verhoogde kans op astma, cryptorchisme, gedragsproblemen (ADHD, autisme) of andere nadelige uitkomsten voor het kind, maar deze resultaten zijn niet eenduidig. De onderzoeken hebben echter grote beperkingen zoals bias en confounding. Zo zijn genetisch, sociale, en maternale factoren en details over de blootstelling aan paracetamol onvoldoende goed vastgelegd en zijn er grote verschillen in diagnostische criteria.

Er zijn geen eenduidige aanwijzingen voor aangeboren afwijkingen
Er zijn veel onderzoeken gedaan naar het gebruik van paracetamol tijdens de zwangerschap. Er zijn enkele onderzoeken die vooral na langdurig gebruik een mogelijk verhoogd risico op cryptorchisme (niet ingedaalde testis) laat zien [1,2]. Doordat deze studies tekortkomingen hebben, is er op dit moment onvoldoende bewijs voor een mogelijke relatie.

Een mogelijke relatie met vroegtijdige sluiting van de ductus arteriosus is onzeker
Enkele case reports beschrijven een vroegtijdige sluiting van de ductus arteriosus bij gebruik op het eind van de zwangerschap. Of dit een relatie heeft met het gebruik van paracetamol is niet duidelijk. In een onderzoek met 604 blootgestelde zwangerschappen, werd geen voortijdig sluiting van de ductus arteriosus gezien [3]. Paracetamol is een middel dat veel gebruikt wordt in de zwangerschap. Indien er al een verhoogd risico is, dan is dit risico erg klein.

Een licht verhoogd risico op astma is niet vastgesteld
Er zijn onderzoeken die een mogelijk licht verhoogd risico zien tussen langdurig gebruik van paracetamol tijdens de zwangerschap en astma [4-7]. Een daadwerkelijke relatie is niet vastgesteld.  

Kanttekeningen bij onderzoeken naar ontwikkelingsstoornissen
Diverse onderzoeken zijn gedaan naar lange termijn effecten van paracetamol tijdens de zwangerschap. Deze richten zich op onder andere taalontwikkelingsstoornissen, ADHD en autisme [8-10]. Een deel van de onderzoeken ziet een licht verhoogd risico op deze ontwikkelingsstoornissen bij langdurig gebruik in de zwangerschap. Echter dit is een lastig gebied om te onderzoeken. Er zijn vele kanttekeningen te plaatsen bij deze onderzoeken, waaronder:

  1. er zijn grote verschillen in kwaliteit tussen de studies
  2. er is een grote kans op bias en confounding in de studies die kunnen bijdragen aan het gevonden effect
  3. de diagnose van de stoornissen is zeer verschillend tussen de onderzoeken en gedeeltelijk slechts gebaseerd op de melding van symptomen door de ouders (dus geen vastgestelde diagnose)
  4. erfelijke factoren en aandoeningen bij de ouders, ook de vader, kunnen van invloed zijn
  5. in de meeste onderzoeken is het gevonden risico zeer laag (OR rond de 1) en in sommige wordt geen hoger risico gezien
  6. sommige onderzoeken zien onverklaarbare effecten, waaronder een hoger risico als de vader paracetamol heeft gebruikt na de zwangerschap. Dit zou kunnen wijzen op andere oorzaken voor de ontwikkelingsstoornissen.

Door al deze beperkingen en de heterogeniteit van de studies is het moeilijk een daadwerkelijke relatie vast te stellen. Meer en beter onderzoek is dan ook noodzakelijk.

Er is een discussie over het onderzoek naar paracetamol in de zwangerschap
Op 23 september 2021 is in Nature Reviews Endocrinology een ‘consensus statement’ gepubliceerd [11]. Hierin roepen de auteurs op tot voorzichtigheid met paracetamol in de zwangerschap. Dit vanwege de mogelijke negatieve invloed ervan op de foetale ontwikkeling. Het statement wordt bekritiseerd vanwege de gebrekkige onderzoeken die worden aangehaald. In het statement is onvoldoende rekening gehouden met de hierboven opgesomde punten. Paracetamol blijft het eerste keuzemiddel in de zwangerschap bij pijn en koorts. Echter, het is zoals bij ieder geneesmiddel belangrijk om het alleen in te nemen bij klachten in een zo laag mogelijke en effectieve dosis.

Voor meer informatie lees de reactie van het Europese Netwerk voor Teratologie Informatie Services (ENTIS)

 

Onderstaand een selectie van de meest relevante artikelen gepubliceerd over paracetamol tijdens de zwangerschap.

arrow icon
  1. Jensen MS, et al. Maternal use of acetaminophen, ibuprofen, and acetylsalicylic acid during pregnancy and risk of cryptorchidism. Epidemiology (Cambridge, Mass.). 2010;21(6):779-85
  1. Kristensen DM, et al. Intrauterine exposure to mild analgesics is a risk factor for development of male reproductive disorders in human and rat. Human reproduction (Oxford, England). 2011;26(1):235-44
  1. Dathe K, et al. Negligible risk of prenatal ductus arteriosus closure or fetal renal impairment after third-trimester paracetamol use: evaluation of the German Embryotox cohort. BJOG : an international journal of obstetrics and gynaecology. 2019;126(13):1560-1567
  1. Shaheen SO, et al. Prenatal paracetamol exposure and risk of asthma and elevated immunoglobulin E in childhood. Clinical and experimental allergy : journal of the British Society for Allergy and Clinical Immunology. 2005;35(1):18-25
  1. Rebordosa C, Kogevinas M, Sorensen HT. Pre-natal exposure to paracetamol and risk of wheezing and asthma in children: a birth cohort study. International journal of epidemiology. 2008;37(3):583-90
  1. Magnus MC, Karlstad O, Haberg SE. Prenatal and infant paracetamol exposure and development of asthma: the Norwegian Mother and Child Cohort Study. International journal of epidemiology. 2016;45(2):512-22
  1. Liu X, et al. Association of prenatal exposure to acetaminophen and coffee with childhood asthma. Pharmacoepidemiology and drug safety. 2016;25(2):188-95
  1. Ystrom E, et al. Prenatal Exposure to Acetaminophen and Risk of ADHD. Pediatrics. 2017;140(5)
  1. Bornehag CG, et al. Prenatal exposure to acetaminophen and children's language development at 30 months. European psychiatry : the journal of the Association of European Psychiatrists. 2018;51:98-103
  1. Bauer AZ, Kriebel D, Herbert MR. Prenatal paracetamol exposure and child neurodevelopment: A review. Hormones and behavior. 2018;101:125-147
  1. Bauer AZ, et al. Paracetamol use during pregnancy - a call for precautionary action. Nature reviews. Endocrinology. 2021;17(12): 757-766

Laatst bijgewerkt op 05-10-2021


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.