Vaatverwijdende middelen tijdens de zwangerschap

In het kort

Hydralazine is een van de voorkeursmiddelen voor de behandeling van ernstige hypertensie (hoge bloeddruk) en pre-eclampsie in de zwangerschap.

Over het gebruik van minoxidil tijdens de zwangerschap zijn onvoldoende gegevens bekend om een goede inschatting te kunnen maken van de risico’s.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er meer onderzoek is gedaan naar dat middel of studies minder discrepanties tonen. Het belang van behandeling kan na afweging groter zijn dan het risico.
    • - hydralazine (tweede en derde trimester)
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - hydralazine (eerste trimester)
    • - minoxidil

Achtergrondinformatie

Hydralazine
Hydralazine passeert de placenta goed. De meeste ervaring is opgedaan bij toepassing in het derde trimester bij zwangerschapshypertensie en (pre-)eclampsie. Hydralazine kan na toediening in het derde trimester van de zwanger­schap bradycardie (een lage hartslag) bij de foetus veroorzaken. Dit is het gevolg van een verminderde bloedstroom naar de placenta door hypotensie bij de moeder. Een enkele keer is een neonatale trombocytopenie beschreven. Sommige bronnen raden controle van de leverfunctie van de moeder aan.

Minoxidil
Pas minoxidil tijdens de zwangerschap niet systemisch toe, vanwege de zeer beperkte ervaring met dit middel. Hypertrichosis (overmatige beharing) bij de pasgeborene is een enkele keer gemeld na het gebruik van minoxidil.

Laatst bijgewerkt op 01-04-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.