Selectieve immunosuppressiva bij reumatische aandoeningen tijdens de zwangerschap

In het kort

Het is onbekend of selectieve immunosuppressiva veilig gebruikt kunnen worden tijdens de zwangerschap. Er zijn  weinig gegevens bekend. Het is daardoor niet mogelijk een goede inschatting te maken van de mogelijke risico’s. Tot de selectieve immunosuppressiva horen abatacept, baricitinib, belimumab, leflunomide, tofacitinib.

Let op:

  • Leflunomide heeft een heel lange halfwaardetijd. Volg een washout-procedure bij een kinderwens of wanneer een vrouw tijdens de therapie onverwacht zwanger raakt.
  • Gebruikt de moeder tijdens het laatste deel van de zwangerschap een monoklonaal antilichaam? Dan wordt inenting van het kind met een levend verzwakt vaccin in het eerste jaar afgeraden. Als het noodzakelijk is het kind te vaccineren, overleg dan met de behandelaar. Eventueel kunnen bij het kind de bloedspiegel van het monoklonaal antilichaam gecontroleerd worden. Belimumab is een monoklonaal antilichaam.

Risico indeling

  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - abatacept
    • - baricitinib
    • - belimumab
    • - leflunomide
    • - tofacitinib

Achtergrondinformatie

Middelen bij reumatische aandoeningen
De behandeling van reuma tijdens de zwangerschap is niet eenvoudig. Behandel de aandoening altijd optimaal, exacerbaties kunnen het verloop van de zwangerschap ongunstig beïnvloeden. Het risico op onder andere spontane abortus, vroegtijdige bevalling en een laag geboortegewicht is verhoogd. Vrouwen krijgen daarom het advies om alleen in een rustige fase van de aandoening zwanger te worden. Meer informatie is te vinden op de pagina over de behandeling van reuma tijdens de zwangerschap.

Belimumab
Er zijn ruim 200 zwangerschapsuitkomsten bekend waarbij de moeder belimumab heeft gebruikt in de 4 maanden voor of tijdens de zwangerschap [1]. Veel van deze zwangerschappen zijn beschreven in case reports en case series of komen uit clinical trials en bevatten weinig details. Slecht een klein aantal zwangerschappen werden prospectief gevolgd na blootstelling in het eerste trimester. Hierdoor is het risico niet goed in te schatten. Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen voor een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen. In een report had een kind, van wie de moeder tot 26 weken zwangerschap was blootgesteld, na geboorte een reversibel tekort aan B-cellen [2]. In een andere case serie werd dit niet gezien [3].

Placentapassage belimumab
Belimumab is een monoklonaal antilichaam. Monoklonale antilichamen passeren in het eerste trimester de placenta nauwelijks. Vanaf het tweede trimester neemt de placentapassage door actief transport toe. De passage is het hoogste vlak voor de partus. Deze middelen hebben een lange halfwaardetijd en zijn nog maanden na toediening in het serum aantoonbaar.

Immunosuppressie bij het kind
Door de langzame klaring kunnen monoklonale antilichamen nog maanden in het lichaam van het kind aanwezig zijn. Dit kan tot immunosuppressie leiden. Vanwege de kans op immunosuppressie bij het kind, kan het raadzaam zijn met de medicatie te stoppen als de ziekte in remissie is.

Vaccinatie van het kind met een levend verzwakt vaccin in het eerste levensjaar wordt afgeraden. Echter, vaccinaties die horen tot het Rijksvaccinatieprogramma kunnen wél gegeven worden.

Leflunomide

Leflunomide is in dierstudies al bij lage doseringen teratogeen. In enkele honderden - in het eerste trimester blootgestelde - zwangerschappen die prospectief gevolgd werden, is echter geen verhoogd risico op aangeboren afwijkingen gezien [4]. Leflunomide heeft een extreem lange halfwaardetijd. Zonder washout-procedure zijn de metabolieten soms nog tot 2 jaar na staken van de therapie detecteerbaar. Volg deze washout-procedure ook wanneer een vrouw tijdens de behandeling onverwacht zwanger raakt. Dit vermindert snel de intra-uteriene blootstelling.

Abatacept
Vrijwel de meeste data (ongeveer 150 zwangerschappen) staan beschreven in een overzicht van de fabrikant [5]. De data zijn deels retrospectief, deels prospectief vastgelegd. De meeste vrouwen zijn gestopt met abatacept bij het vaststellen van de zwangerschap. Een goede risico inschatting is niet te maken.

Tofacitinib
In minder dan 100 zwangerschappen  blootgesteld aan tofacitinib en met bekende uitkomst, was geen verhoogd risico gezien op aangeboren afwijkingen of andere nadelige zwangerschapsuitkomsten [6].

Baricitinib
Over het gebruik van baricitinib is geen informatie bekend.

arrow icon
  • Gandino IJ, Lutgen S, Basta MC. Exposure to belimumab in the first trimester of pregnancy in a young woman with systemic lupus erythematosus. Reumatologia clinica. 2021-08-01;17(7):428-429
  • Bitter H, Bendvold AN, Ostensen ME. Lymphocyte changes and vaccination response in a child exposed to belimumab during pregnancy. Annals of the rheumatic diseases. 2018-11-01;77(11):1692-1693
  • Kao JH, et al. Pregnancy outcomes in patients treated with belimumab: Report from real-world experience. Seminars in arthritis and rheumatism. 2021-10-01;51(5):963-968
  • Henson LJ, Afsar S, Davenport L. Pregnancy outcomes in patients treated with leflunomide, the parent compound of the multiple sclerosis drug teriflunomide. Reproductive toxicology (Elmsford, N.Y.). 2020-08-01;95:45-50
  • Kumar M, Ray L, Vemuri S. Pregnancy outcomes following exposure to abatacept during pregnancy. Seminars in arthritis and rheumatism. 2015-12-01;45(3):351-6
  • Fernandez-Sanchez M, et al. Fetal exposure to tofacitinib during the first trimester: A healthy newborn case report. Birth defects research. 2021-10-15;113(17):1275-1279

Laatst bijgewerkt op 23-03-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.