Nitrofurantoïne
Nitrofurantoïne gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Het is onwaarschijnlijk dat deze hoeveelheden een hemolytische anemie kunnen veroorzaken bij de zuigeling. In de eerste maand postpartum, en vooral bij prematuren en bij G6PD-deficiente zuigelingen, moet men echter wel alert te zijn op hemolytische anemie bij de zuigeling.
G6PD-deficiëntie is een erfelijke aandoening en komt met name voor bij de bevolking afkomstig uit het Middellandse Zeegebied, Suriname, de Antillen, Azië en Afrika. In de oorspronkelijke Noord-Europese populatie bedraagt de incidentie 0,1%
Aztreonam
Aztreonam gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk en wordt nauwelijks vanuit het maagdarmkanaal van de zuigeling opgenomen. Daardoor zijn effecten op de zuigeling niet waarschijnlijk.
Daptomycine
Eén case report beschrijft dat daptomycine in een minimale hoeveelheid overgaat in de moedermelk. Daptomycine wordt slecht opgenomen vanuit het maagdarmkanaal. Nadelige effecten voor de zuigeling zijn daarom niet waarschijnlijk.
Clindamycine
Clindamycine gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Het is niet waarschijnlijk dat deze kleine hoeveelheden nadelige effecten op de zuigeling hebben. Er is één casus beschreven van een hemorragische enteritis bij een zuigeling na gelijktijdig gebruik van clindamycine en gentamicine door de moeder. Na stoppen van het geven van borstvoeding trad herstel op.
Fosfomycine
Op grond van de beperkte beschikbare gegevens wordt aangenomen dat fosfomycine in kleine hoeveelheden overgaat in de moedermelk. De orale biologische beschikbaarheid is beperkt. Bij eenmalig oraal gebruik kan de borstvoeding gecontinueerd worden. Eventueel kan blootstelling van de zuigeling aan fosfomycine verder worden beperkt door 24 uur te kolven. Er is geen informatie over borstvoeding tijdens langdurig intraveneus gebruik van fosfomycine.
Methenamine
Met het gebruik van methenamine tijdens de borstvoeding is weinig ervaring opgedaan. Voor zover bekend komt methenamine slechts in geringe hoeveelheden in de moedermelk terecht. Methenamine zit in het preparaat gebonden aan amandelzuur. Amandelzuur komt wel in grote hoeveelheden in de moedermelk terecht. Het risico hiervan is onbekend.
Overige middelen
Met colistine, fidaxomicine en fusidinezuur is geen ervaring opgedaan tijdens de borstvoeding.
Antibacteriële middelen bij de borstvoeding
Bij het maken van een afweging tussen de verschillende antibiotica kan het nuttig zijn de ervaring met de behandeling van neonaten te betrekken (zie het Kinderformularium). Antimicrobiële middelen gaan in het algemeen in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. In het bloed van zuigelingen zijn minimale concentraties aangetroffen. In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed. Dit leidt hooguit tot wat dunnere ontlasting.
Laatst bijgewerkt op 24-12-2019