Azathioprine
Er is redelijk veel ervaring met het gebruik van azathiorine tijdens de borstvoeding. Azathioprine en de metabolieten gaan in geringe hoeveelheden over in de moedermelk. Bovendien wordt het vrijwel niet gedetecteerd in het bloed van de kinderen. Tot nu toe zijn er geen nadelige effecten bij de zuigeling gemeld, ook geen effecten op het immuunsysteem. Er zijn enkele meldingen van niet ernstige, asymptomatische neutropenie (1, 2). Sommige bronnen adviseren om het bloedbeeld en de leverfunctie van de zuigeling te controleren bij volledige borstvoeding.
Ciclosporine
Er is redelijk veel ervaring met het gebruik van ciclosporine tijdens de borstvoeding. Ciclosporine gaat slechts in geringe hoeveelheden over in de moedermelk. Dit komt waarschijnlijk door het grote molecuulgewicht en de lage biologische beschikbaarheid. Plasmaspiegels waren bij de meeste zuigelingen niet detecteerbaar of zeer laag. Er is echter 1 case report van een zuigeling met bijna therapeutische plasmaspiegels, ondanks dat de waardes in de borstvoeding laag waren (3). Tot nu toe zijn er geen nadelige effecten bij de zuigeling gemeld, ook geen effecten op het immuunsysteem. Bij gebruik van deze medicatie is het goed om alert te zijn op tekenen van bijwerkingen bij de zuigeling, als diarree en braken.
Sulfasalazine
Over het gebruik van sulfasalazine tijdens de borstvoeding is een redelijke hoeveelheid gegevens beschikbaar. Sulfasalazine gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Er zijn enkele gevallen van (bloederige) diarree bij de zuigeling beschreven (4, 5). De meeste zuigelingen verdragen dit middel echter goed. In theorie is hyperbilirubinemie bij de zuigeling mogelijk door de sulfacomponent in sulfasalazine. Bij een dosering tot maximaal 2 gram sulfasalazine per dag is dit echter nooit gemeld.
Hydroxychloroquine en chloroquine
(Hydroxy)chloroquine komt weinig in de moedermelk. Tot nu toe zijn er geen bijwerkingen op de oren of ogen beschreven bij kinderen die alleen via de moedermelk zijn blootgesteld. Het gebruik tijdens de borstvoeding, anders dan als malariaprofylaxe (1 keer per week), werd lange tijd afgeraden vanwege irreversibele bijwerkingen die bij de gebruiker zelf kunnen optreden (zoals gehoorverlies en retinopathie). Dagelijks gebruik van hydroxychloroquine en chloroquine leidt door de lange halfwaardetijd mogelijk tot stapeling bij de zuigeling. Dit is echter nooit gevonden in onderzoeken.
Methotrexaat
Het gebruik van methotrexaat tijdens de borstvoeding wordt afgeraden. Methotrexaat gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk, maar kan langere tijd in de weefsels aanwezig blijven. Methotrexaat kan ernstige bijwerkingen geven. Daarom wordt over het algemeen ook het gebruik van de lage dosering afgeraden tijdens de borstvoeding.
Glucosamine
Met het gebruik van glucosamine tijdens de borstvoeding is geen ervaring opgedaan. Glucosamine is een lichaamseigen stof die voorkomt in bijna alle weefsels van het lichaam. Het is een bouwstof van kraakbeen. Glucosamine is nauwelijks detecteerbaar in het plasma van de moeder. De opname vanuit het maagdarmkanaal van de zuigeling is waarschijnlijk gering. Bovendien bevat de borstvoeding van nature N-acetylglucosamine, een derivaat van glucosamine. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat glucosamine nadelige effecten zal hebben op de zuigeling.
Referenties
1. Khare MM, Lott J, Currie A, Howarth E. Is it safe to continue azathioprine in breast feeding mothers? J Obstet Gynaecol. 2003;23:S48.
2. Sau A, Clarke S, Bass J, Kaiser A, Marinaki A, Nelson-Piercy C. Azathioprine and breastfeeding: is it safe? BJOG an international journal of obstetrics and gynaecology. 2007;114(4):498-501.
3. Moretti ME, Sgro M, Johnson DW, Sauve RS, Woolgar MJ, Taddio A, et al. Cyclosporine excretion into breast milk. Transplantation. 2003;75(12):2144-6.
4. Nelis GF. Diarrhoea due to 5-aminosalicylic acid in breast milk. Lancet. 1989:383.
5. Branski D, Kerem E, Gross-Kieselstein E, Hurvitz H, Litt R, Abrahamov A. Bloody Diarrhea - A Possible Complication of Sulfasalazine Transferred Through Human Breast Milk. Journal of Pediatric Gastroenterology and Nutrition. 1986;5:316-7.
Laatst bijgewerkt op 08-11-2022