Diverse middelen bij reumatische aandoeningen tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Azathioprine, ciclosporine, chloroquine, hydroxychloroquine en sulfasalazine kunnen worden gebruikt tijdens de borstvoeding. Er komt heel weinig van deze middelen in de moedermelk. Over het algemeen worden er geen effecten gezien van de medicatie op de kinderen.

Het gebruik van methotrexaat tijdens de borstvoeding wordt afgeraden vanwege de mogelijke ernstige bijwerkingen van dit middel bij de kinderen.

Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van glucosamine tijdens de borstvoeding. Vanwege de eigenschappen van de stof worden er echter geen nadelige gevolgen voor het kind verwacht.

Let op:

  • Gebruik sulfasalazine niet in een hogere dosering dan 2 gram per dag tijdens de borstvoeding. Bij ontstaan van diarree bij het kind moet de borstvoeding of de behandeling gestaakt worden.
  • Overweeg om met borstvoeding te wachten 4 tot 6 uur na inname van azathioprine of ciclosporine. Dan is de hoeveelheid die het kind via de melk binnenkrijgt minimaal.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - azathioprine
    • - chloroquine (dagelijks)
    • - ciclosporine
    • - hydroxychloroquine (dagelijks)
    • - sulfasalazine
  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan via de melk mogelijk nadelige effecten geven bij de zuigeling. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden. Als dat niet kan, weeg dan de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van borstvoeding voor het kind. Voer extra controles uit bij het kind of ga over op flesvoeding.
    • - methotrexaat
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - glucosamine

Achtergrondinformatie

Azathioprine
Er is redelijk veel ervaring met het gebruik van azathiorine tijdens de borstvoeding. Azathioprine en de metabolieten gaan in geringe hoeveelheden over in de moedermelk. Bovendien wordt het vrijwel niet gedetecteerd in het bloed van de kinderen. Tot nu toe zijn er geen nadelige effecten bij de zuigeling gemeld, ook geen effecten op het immuunsysteem. Er zijn enkele meldingen van niet ernstige, asymptomatische neutropenie (1, 2). Sommige bronnen adviseren om het bloedbeeld en de leverfunctie van de zuigeling te controleren bij volledige borstvoeding.

Ciclosporine
Er is redelijk veel ervaring met het gebruik van ciclosporine tijdens de borstvoeding. Ciclosporine gaat slechts in geringe hoeveelheden over in de moedermelk. Dit komt waarschijnlijk door het grote molecuulgewicht en de lage biologische beschikbaarheid. Plasmaspiegels waren bij de meeste zuigelingen niet detecteerbaar of zeer laag. Er is echter 1 case report van een zuigeling met bijna therapeutische plasmaspiegels, ondanks dat de waardes in de borstvoeding laag waren (3). Tot nu toe zijn er geen nadelige effecten bij de zuigeling gemeld, ook geen effecten op het immuunsysteem. Bij gebruik van deze medicatie is het goed om alert te zijn op tekenen van bijwerkingen bij de zuigeling, als diarree en braken.

Sulfasalazine
Over het gebruik van sulfasalazine tijdens de borstvoeding is een redelijke hoeveelheid gegevens beschikbaar. Sulfasalazine gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Er zijn enkele gevallen van (bloederige) diarree bij de zuigeling beschreven (4, 5). De meeste zuigelingen verdragen dit middel echter goed. In theorie is hyperbilirubinemie bij de zuigeling mogelijk door de sulfacomponent in sulfasalazine. Bij een dosering tot maximaal 2 gram sulfasalazine per dag is dit echter nooit gemeld.

Hydroxychloroquine en chloroquine
(Hydroxy)chloroquine gaat in relatief kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Er is een redelijke hoeveelheid onderzoek naar het gebruik tijdens de borstvoeding. Er zijn geen nadelige effecten op de zuigeling gemeld bij gebruik van chloroquine en hydroxychloroquine als malariaprofylaxe en bij reumatische aandoeningen.

Chloroquine en hydroxychloroquine hebben een lange halfwaardetijd, hierdoor zou theoretisch stapeling bij de zuigeling kunnen optreden. Tot nu toe zijn hier echter geen meldingen van bekend. Het gebruik tijdens de borstvoeding, anders dan als malariaprofylaxe (1 keer per week), werd lange tijd afgeraden vanwege irreversibele bijwerkingen die bij de gebruiker zelf kunnen optreden (zoals gehoorverlies en retinopathie). Tot nu toe zijn er geen bijwerkingen op de oren of ogen beschreven bij kinderen die alleen via de moedermelk zijn blootgesteld. Prematuren en neonaten zijn extra gevoelig voor (hoge) doseringen (hydroxy)chloroquine. Bij deze groep wordt waakzaamheid geadviseerd.

Methotrexaat
Het gebruik van methotrexaat tijdens de borstvoeding wordt afgeraden. Methotrexaat gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk, maar kan langere tijd in de weefsels aanwezig blijven. Methotrexaat kan ernstige bijwerkingen geven. Daarom wordt over het algemeen ook het gebruik van de lage dosering afgeraden tijdens de borstvoeding.

Glucosamine
Met het gebruik van glucosamine tijdens de borstvoeding is geen ervaring opgedaan. Glucosamine is een lichaamseigen stof die voorkomt in bijna alle weefsels van het lichaam. Het is een bouwstof van kraakbeen. Glucosamine is nauwelijks detecteerbaar in het plasma van de moeder. De opname vanuit het maagdarmkanaal van de zuigeling is waarschijnlijk gering. Bovendien bevat de borstvoeding van nature N-acetylglucosamine, een derivaat van glucosamine. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat glucosamine nadelige effecten zal hebben op de zuigeling.

Referenties

1.            Khare MM, Lott J, Currie A, Howarth E. Is it safe to continue azathioprine in breast feeding mothers? J Obstet Gynaecol. 2003;23:S48.

2.            Sau A, Clarke S, Bass J, Kaiser A, Marinaki A, Nelson-Piercy C. Azathioprine and breastfeeding: is it safe? BJOG an international journal of obstetrics and gynaecology. 2007;114(4):498-501.

3.            Moretti ME, Sgro M, Johnson DW, Sauve RS, Woolgar MJ, Taddio A, et al. Cyclosporine excretion into breast milk. Transplantation. 2003;75(12):2144-6.

4.            Nelis GF. Diarrhoea due to 5-aminosalicylic acid in breast milk. Lancet. 1989:383.

5.            Branski D, Kerem E, Gross-Kieselstein E, Hurvitz H, Litt R, Abrahamov A. Bloody Diarrhea - A Possible Complication of Sulfasalazine Transferred Through Human Breast Milk. Journal of Pediatric Gastroenterology and Nutrition. 1986;5:316-7.

Laatst bijgewerkt op 08-11-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.