Acetylcysteïne
Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van acetylcysteïne tijdens de borstvoeding. De biologische beschikbaarheid na orale toediening is laag, slechts 4-10%. Bovendien heeft acetylcysteïne een hoog verdelingsvolume, waardoor de plasmaspiegels laag zijn. Hierdoor is het niet waarschijnlijk dat er veel acetylcysteïne in de moedermelk komt. Ook zal de opname uit het maagdarmkanaal van de zuigeling laag zijn door de lage biologische beschikbaarheid. De fabrikant verwacht bij therapeutische dosis als slijmoplosser geen effecten voor de zuigeling.
Broomhexine
Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van broomhexine tijdens de borstvoeding. Broomhexine wordt snel opgenomen maar heeft een lage biologische beschikbaarheid. Verder heeft het een groot verdelingsvolume, waardoor de plasmaspiegels laag zijn. Ook de actieve metaboliet ambroxol heeft een groot verdelingsvolume. Hierdoor is het niet waarschijnlijk dat er veel broomhexine in de moedermelk komt. Ook zal de opname uit het maagdarmkanaal van de zuigeling laag zijn door de lage biologische beschikbaarheid. Daardoor lijken effecten bij de zuigeling niet waarschijnlijk.
Dornase alfa
Naar het gebruik van dornase alfa tijdens de borstvoeding is geen onderzoek gedaan. Nadelige effecten zijn niet waarschijnlijk. Dornase alfa is een groot eiwitmolecuul. Het wordt lokaal in de longen toegediend. De opname vanuit de longen is gering, waardoor de plasmaspiegels zeer laag zijn. Hierdoor is het niet waarschijnlijk dat er veel in de moedermelk komt. Mocht dornase alfa in de moedermelk komen, dan zal opname uit het maagdarmkanaal van de zuigeling door de molekuulgrootte niet waarschijnlijk zijn.
Carbocisteïne en myrtol
Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van carbocisteine en myrtol tijdens de borstvoeding.
Laatst bijgewerkt op 04-07-2019