Antimycotische antibiotica bij schimmelinfecties tijdens de zwangerschap

In het kort

Voor de behandeling van ernstige in het lichaam verspreide schimmelinfecties tijdens de zwangerschap gaat de voorkeur uit naar amfotericine B. Amfotericine B (oraal) en nystatine kunnen bij schimmelinfecties tijdens de zwangerschap waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er meer onderzoek is gedaan naar dat middel of studies minder discrepanties tonen. Het belang van behandeling kan na afweging groter zijn dan het risico.
    • - amfotericine b (oraal)
    • - nystatine
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - amfotericine b (parenteraal)
    • - griseofulvine

Achtergrondinformatie

Amfotericine B
Oraal
Amfotericine B wordt slecht opgenomen vanuit het maagdarmkanaal. Het heeft daardoor een lokale werking. De orale suspensie kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap.

Parenteraal
Voor de behandeling van ernstige gedissemineerde mycosen is de meeste ervaring opgedaan met amfotericine B. Beperkte ervaring met amfotericine B laat geen nadelige effecten zien op de zwangerschap of het ongeboren kind.

Nystatine
Nystatine wordt nauwelijks opgenomen vanuit het maagdarmkanaal. Er zijn geen aanwijzingen voor nadelige effecten bij gebruik tijdens de zwangerschap.

Griseofulvine
Er is weinig onderzoek gedaan naar het gebruik van griseofulvine in de zwangerschap. Hierdoor is het niet mogelijk een inschatting te maken van het eventuele risico.

Laatst bijgewerkt op 17-07-2020


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.