Fluconazol
Fluconazol gaat in redelijk grote hoeveelheden over in de moedermelk. De relatieve kinddosis is na een enkelvoudige dosis al meer dan 15%.Het heeft bovendien een lange halfwaardetijd. Tot nu toe zijn geen nadelige effecten op de zuigeling beschreven. Bij een eenmalige dosis kan de borstvoeding worden voortgezet. Kortdurend gebruik van enkele weken (100-200 mg gedurende 2-3 weken) kan worden afgewogen. In de praktijk wordt dit regelmatig in deze hoeveelheden gebruikt.
Miconazol
Miconazol wordt bij orale toepassing slechts weinig opgenomen. Wat al in de moedermelk komt, wordt door het kind vanuit de darm eveneens weinig opgenomen. Klinisch relevante spiegels zijn niet te verwachten. Studies naar gebruik van miconazol oraal tijdens de borstvoeding ontbreken echter.
Ketoconazol
Ketoconazol gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. De maximale concentratie in de moedermelk wordt na ongeveer drie uur bereikt. Na 24 uur is ketoconazol niet meer in de melk aantoonbaar. Het basische milieu van de moedermelk beperkt de opname van ketoconazol vanuit het maagdarm-kanaal van de zuigeling. Vanwege het risico op hepatotoxiciteit wordt ketoconazol alleen voorgeschreven bij het syndroom van Cushing.
Overige antimycotica
Over het gebruik van flucytosine, itraconazol, isavuconazol, posaconazol, terbinafine en voriconazol zijn geen gegevens beschikbaar. Vanwege de mogelijke ernstige bijwerkingen van flucytosine, zoals lever- en beenmergtoxiciteit, wordt het gebruik tijdens de borstvoedingsperiode afgeraden.
Laatst bijgewerkt op 26-02-2019