Middelen bij de behandeling van verslaving tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Middelen bij nicotineverslaving
Roken tijdens de borstvoeding wordt afgeraden. Gebruik nicotinevervangende middelen alleen als stoppen zonder hulp niet lukt. Het is onbekend of bupropion of varenicline veilig gebruikt kunnen worden. Er zijn gevolgen voor de baby bij bupropion gebruik gezien. Het is niet bekend of bupropion de oorzaak hiervan was.

Middelen bij alcoholverslaving
Naltrexon kan waarschijnlijk veilig gebruikt worden tijdens de borstvoeding. Het is onbekend of acamprosaat, disulfiram en nalmefeen tijdens de borstvoeding gebruikt kunnen worden.

Middelen bij opioïdverslaving
Opioïden zijn sterke pijnstillers. Bij verslaving kunnen buprenorfine en methadon gebruikt worden. Buprenorfine heeft minder bijwerkingen bij het kind dan methadon.

Let op:

  • Geef geen borstvoeding in de 2 tot 3 uur na het gebruik van nicotinebevattende kauwgom, tabletten, spray of inhalator.
  • Observeer de baby bij het gebruik van bupropion tijdens de borstvoeding.
  • Let bij gebruik van buprenorfine en methadon altijd op bijwerkingen bij de baby. Deze kunnen zijn: verminderde ademhaling, sufheid, slecht drinken, obstipatie en het niet aankomen van gewicht. Als verminderde ademhaling of sufheid optreedt, neem dan direct contact op met een arts.
  • Gebruik van buprenorfine en methadon niet voor een langere tijd. De kans op bijwerkingen bij de zuigeling neemt dan toe.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - buprenorfine (kortdurend)
    • - methadon (kortdurend)
    • - naltrexon
    • - nicotinevervangende middelen
  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan via de melk mogelijk nadelige effecten geven bij de zuigeling. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden. Als dat niet kan, weeg dan de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van borstvoeding voor het kind. Voer extra controles uit bij het kind of ga over op flesvoeding.
    • - bupropion
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - acamprosaat
    • - disulfiram
    • - nalmefeen
    • - varenicline

Achtergrondinformatie

Roken

Nicotineverslaving
Nicotine gaat gemakkelijk over in de moedermelk. Het effect van nicotine op de zuigeling is onvoldoende bekend. Over de veiligheid van elektronische sigaretten (e-sigaret) tijdens de borstvoeding is nog geen uitspraak mogelijk. Een voordeel van e-sigaretten is de verminderde blootstelling aan teer en koolmonoxide. E-sigaretten bevatten mogelijk wel andere schadelijke stoffen en chemische onzuiverheden in sterk wisselende concentraties.

Nicotinevervangende middelen
Probeer te stoppen zonder ondersteuning met nicotinevervangende middelen. Bij gebruik van pleisters gaat de voorkeur uit naar nicotinepleisters met een lage dosering. Verwijder de pleisters tijdens het slapen. Bij gebruik van nicotinepleisters van 21 mg per dag is de hoeveelheid nicotine en cotinine in de moedermelk vergelijkbaar met het roken van gemiddeld 17 sigaretten per dag. Bij gebruik van nicotinepleisters van 7 mg per dag en 14 mg per dag neemt de hoeveelheid in de moedermelk sterk af. Bij gebruik van nicotinekauwgum ontstaan grotere fluctuaties en hogere piekspiegels. Geef twee tot drie uur na gebruik geen borstvoeding. Dit geldt ook voor de tabletten, spray en inhalator.

Bupropion
Met het gebruik van bupropion is beperkt ervaring opgedaan. De hoeveelheid die overgaat in de moedermelk lijkt laag. Twee case-reports van kinderen van ongeveer zes maanden beschrijven insultachtige symptomen [1,2]. In één case gebruikte de moeder naast bupropion ook escitalopram. In de andere case was er ook sprake van een urineweginfectie bij het kind. Er zijn ook cases beschreven waarbij geen nadelige effecten werden waargenomen bij het kind.

In een studie met 10 vrouwen werd een relatieve kinddosis van 2% berekend, inclusief actieve metabolieten [3]. In een andere studie waarin 4 vrouwen bupropion gebruikten werd een relatieve kinddosis van 5.7% berekend [4].

Varenicline
Met varenicline tijdens de borstvoeding is geen ervaring opgedaan. Het gebruik tijdens de borstvoeding wordt daarom afgeraden.
 

Alcohol

Naltrexon
In een case report waarbij de moeder 50 mg naltrexon per dag gebruikte werd een relatieve kinddosis van rond de 1% berekend [5]. Er werden geen nadelige effecten bij de zuigeling gezien.

Acamprosaat, disulfiram en nalmefeen
Er zijn geen gegevens bekend over het gebruik van acamprosaat, disulfiram en nalmefeen tijdens de borstvoeding.
 

Opioïden

Buprenorfine en methadon
Beide middelen worden gebruikt als onderhoudsbehandeling bij opioïdverslaving. Wanneer moeders deze middelen tot het einde van de zwangerschap hebben gebruikt, kunnen onthoudingsverschijnselen van het kind na de geboorte worden verminderd door het geven van borstvoeding. Wanneer de moeder ook recreatieve drugs gebruikt wordt borstvoeding afgeraden.

De ervaring met buprenorfine in combinatie met borstvoeding is beperkt, maar er zijn geen aanwijzingen dat het nadelige gevolgen heeft voor het kind. Buprenorfine wordt uitgescheiden in de moedermelk, maar heeft een lage biologische beschikbaarheid. Hierdoor is de blootstelling van het kind minimaal. De relatieve kind dosis (RID) ligt tussen de 0.09% en 2.25% [6].

Ook methadon wordt uitgescheiden in de moedermelk, maar wordt door de zuigeling goed verdragen. De RID is hoger dan bij buprenorfine, namelijk 1.9% tot 6.5% [7].

Ondanks dat de blootstelling van het kind laag is, monitor het kind voor o.a. sedatie, respiratoire depressie en adequate gewichtstoename.

arrow icon
Chaudron LH, Schoenecker CJ. Bupropion and breastfeeding: a case of a possible infant seizure. The Journal of clinical psychiatry. 2004-06-01;65(6):881-2Neuman G, Colantonio D, Delaney S. Bupropion and Escitalopram During Lactation. The Annals of pharmacotherapy. 2014-07-01;48(7):928-931Haas JS, Kaplan CP, Barenboim D. Bupropion in breast milk: an exposure assessment for potential treatment to prevent post-partum tobacco use. Tobacco control. 2004-03-01;13(1):52-6Davis MF, Miller HS, Nolan PE Jr. Bupropion levels in breast milk for 4 mother-infant pairs: more answers to lingering questions. The Journal of clinical psychiatry. 2009-02-01;70(2):297-8Chan CF, Page-Sharp M, Kristensen JH. Transfer of naltrexone and its metabolite 6,beta-naltrexol into human milk. Journal of human lactation : official journal of International Lactation Consultant Association. 2004-08-01;20(3):322-6Hale TW. Buprenorphine. Medications and Mothers Milk. 16th.Plano:2021-01-01.Hale TW. Methadone. Medications and Mothers Milk. 16th.Plano:2021-01-01.

Laatst bijgewerkt op 03-08-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.