Azathioprine en ciclosporine
Azathioprine en ciclosporine hebben de voorkeur in de zwangerschap. Deze middelen zijn uitgebreid onderzocht, met name bij transplantatiepatiënten en patiënten met chronische darmontsteking. De beschikbare ervaring wijst niet op een hoger risico op aangeboren afwijkingen [1,2].
Azathioprine en ciclosporine kunnen wel tijdelijke effecten geven bij de pasgeborene. In enkele onderzoeken is neonatale immunosuppressie en neonatale leukopenie en bij azathioprine ook neonatale pancytopenie gezien. Een onderzoek naar azathioprine zag dat het risico op neonatale leukopenie het grootst is als de moeder zelf ook leukopenie heeft gehad in het derde trimester. Het advies is het bloedbeeld bij de moeder in het derde trimester te controleren, en zo nodig de dosering te verlagen (als de ziekte-activiteit dit toelaat) [3].
Bij gebruik van azathioprine en ciclosporine is ook groeivertraging en vroeggeboorte gezien. Het is niet bekend of dit komt door de medicatie, door comedicatie zoals corticosteroïden, het onderliggende ziektebeeld of een combinatie van deze factoren [1,2].
Mercaptopurine
De ervaring met het gebruik van mercaptopurine tijdens de zwangerschap is te beperkt om een uitspraak te doen over de mogelijke risico’s. Er zijn slechts 200 tot 300 zwangerschappen onderzocht. De beschikbare gegevens over het gebruik van mercaptopurine tijdens de zwangerschap wijzen tot nu toe niet op een hoger risico op aangeboren afwijkingen. Niet al deze vrouwen hebben mercaptopurine in het eerste trimester gebruikt. Een deel is pas in het tweede of derde trimester met het middel gestart.
In meerdere casusbeschrijvingen is neonatale leukopenie of pancytopenie gezien. Verder is het mogelijk dat de kans op groeivertraging en vroeggeboorte verhoogd is. Dit is gezien bij azathioprine, een geneesmiddel dat in het lichaam onder andere wordt omgezet in mercaptopurine.
Mycofenolaatmofetil en mycofenolzuur
Mycofenolaatmofetil en mycofenolzuur zijn gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap. Het gebruik is in verband gebracht met een verhoogd risico op miskramen en op aangeboren afwijkingen. Er zijn specifieke oorafwijkingen (microtie, atresie van uitwendige gehoorgang) gemeld in combinatie met andere afwijkingen, zoals schisis, oog-, hart- en ledemaatafwijkingen [4]. Hoewel prospectieve studies ontbreken, wijzen deze meldingen op een verhoogd risico op een specifieke embryopathie.
Thalidomide, lenalidomide en pomalidomide
Thalidomide is zeer teratogeen en is daarom absoluut gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap. Gebruik van thalidomide in de zwangerschap kan ernstige afwijkingen veroorzaken aan de ledematen, de oren, de ogen, het hart en organen als darmen en nieren. Het risico op het ontstaan van afwijkingen is hoog, 20-50% bij blootstelling in het eerste trimester. De meest kritische periode is waarschijnlijk 21-37 dagen na de conceptie [5,6].
Er is geen ervaring met het gebruik van lenalidomide en pomalidomide in de zwangerschap. Omdat deze middelen verwant zijn aan thalidomide, mogen deze middelen niet gebruikt worden in de zwangerschap.
Tacrolimus
De gedocumenteerde ervaring met tacrolimus, rond de 1000 zwangerschappen, wijst tot nu toe niet op een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen. Wel lijkt de kans op hypertensie, vroeggeboorte en groeiachterstand iets verhoogd. Bij gebruik van tacrolimus zijn voorbijgaande hyperkaliëmie en milde renale dysfunctie bij de neonaat beschreven. De conditie van de moeder en de co-medicatie was hierbij mogelijk van invloed [7].
Everolimus en sirolimus
Er is nog maar weinig onderzoek gedaan naar het gebruik van deze middelen. Het gaat om slechts enkele tientallen zwangerschappen. Hierdoor is het niet mogelijk een inschatting te maken van de risico’s.
Overige middelen
Er is geen ervaring met het gebruik van basiliximab, pirfenidon en siltuximab in de zwangerschap. Met belatacept en thymocytenglobuline zijn slechts enkele case reports beschreven. Dit is nog te weinig voor een goede risico inschatting.
Laatst bijgewerkt op 23-07-2021