Cefalosporinen komen slechts in kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht. De meeste van de middelen hebben een relatieve kinddosis van minder dan of rond de 1%. Alleen ceftriaxon heeft een relatieve kinddosis van ongeveer 4%. Hier worden geen nadelige effecten van verwacht. Cefalotine, cefamandol, ceftarolinefosamil, cefixim en ceftolozaan hebben niet de voorkeur omdat deze niet onderzocht zijn. Verwacht wordt dat deze middelen ook weinig overgaan in de borstvoeding.
Achtergrondinformatie
Bij het maken van een afweging tussen de verschillende antibiotica kan het nuttig zijn de ervaring met de behandeling van neonaten te betrekken (zie het Kinderformularium). Antimicrobiële middelen gaan in het algemeen in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. In het bloed van zuigelingen zijn minimale concentraties aangetroffen. In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed. Dit leidt hooguit tot wat dunnere ontlasting.
Laatst bijgewerkt op 19-11-2019