Luchtwegverwijdende middelen bij COPD tijdens de zwangerschap

In het kort

Tijdens de zwangerschap gaat de voorkeur uit naar de kortwerkende middelen salbutamol en terbutaline. Als een kortwerkend middel onvoldoende effect heeft, kan salmeterol of formoterol worden gebruikt. Over het gebruik van indacaterol, olodaterol en vilanterol zijn geen gegevens bekend.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de zwangerschap. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten op de zwangerschap. Of studies tonen discrepanties, maar zijn overwegend gunstig. Het belang van behandeling zal na afweging veelal groter zijn dan het risico.
    • - salbutamol (inhalatie)
    • - salmeterol
    • - terbutaline
  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er meer onderzoek is gedaan naar dat middel of studies minder discrepanties tonen. Het belang van behandeling kan na afweging groter zijn dan het risico.
    • - formoterol
  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan mogelijk nadelige effecten hebben op zwangerschap of –ongeboren- kind. Weeg de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van behandeling van de moeder. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden of voer extra controles uit.
    • - salbutamol (systemisch)
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - fenoterol
    • - indacaterol
    • - olodaterol
    • - vilanterol

Achtergrondinformatie

Kortwerkende sympathicomimetica (salbutamol, terbutaline, fenoterol)
Tijdens de zwangerschap gaat de voorkeur gaat uit naar de kortwerkende middelen salbutamol en terbutaline. Er is veel onderzoek gedaan naar het gebruik van deze middelen in de zwangerschap. De beschikbare gegevens laten geen hoger risico op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten zien. Er is weinig ervaring met het gebruik van fenoterol.

Na inhalatie worden kortwerkende bètamimetica slechts in een geringe hoeveelheid in het lichaam opgenomen.
Bij systemische toediening kan foetale tachycardie optreden. Bij systemisch gebruik rond de partus kunnen naast tachycardie ook andere reversibele farmacologische effecten optreden bij de neonaat, zoals hypo­glykemie en tremor. Sympathicomimetica worden aan het eind van de zwangerschap ook als weeënremmer gebruikt.

Langwerkende sympathicomimetica (salmeterol, formoterol, indacaterol, olodaterol, vilanterol)
Als tijdens de zwangerschap met een langwerkend bètamimeticum gestart wordt, gaat de voorkeur uit naar salmeterol en formoterol. Van deze middel zijn de meeste gegevens bekend.

Er zijn geen aanwijzingen dat het gebruik van salmeterol en formoterol tijdens de zwangerschap een hoger risico geeft op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten. Over salmeterol zijn veel gegevens bekend, over formoterol is een redelijke hoeveelheid informatie beschikbaar. In de praktijk wordt formoterol ook veelvuldig gebruikt. De twee middelen lijken niet te verschillen wat betreft de mogelijke effecten.

Over het gebruik van indacaterol, olodaterol en vilanterol tijdens de zwangerschap zijn geen gegevens bekend.

Laatst bijgewerkt op 17-10-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.