Tijdens de borstvoedingsperiode gaat de voorkeur uit naar de kortwerkende bèta-sympathicomimetica salbutamol en terbutaline per inhalatie. Met deze middelen is veel ervaring opgedaan. Er bestaat weinig gedocumenteerde ervaring met de bèta-sympathicomimetica tijdens de borstvoeding.
Kortwerkende bèta-sympathicomimetica
Met oraal terbutaline gebruik zijn in de jaren tachtig vier moeder-kindparen beschreven. De hoeveelheid terbutaline in de moedermelk was laag. Nadelige effecten bij de zuigelingen zijn niet gezien. Na inhalatie zijn de bloedspiegels bij de moeder lager dan na orale toediening en zal de hoeveelheid in de melk nog lager zijn. Ook de opname vanuit het maagdarmkanaal bij het kind is laag.
Salbutamol via inhalatie gaat waarschijnlijk ook in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Jarenlange gebruikservaring met salbutamol inhalatie laat geen nadelige effecten bij de zuigeling zien. Over orale en systemische toediening van salbutamol tijdens de borstvoedingsperiode zijn geen gegevens bekend. Kortdurend gebruik is geen reden om de borstvoeding te staken.
Er is geen onderzoek bekend over het gebruik van fenoterol tijdens de borstvoeding. Fenoterol komt na inhalatie slechts in hele kleine hoeveelheden systemisch. Verwacht wordt dat de hoeveelheid te laag is om effect te hebben op de zuigeling.
Langwerkende bèta-sympathicomimetica
Als kortwerkende middelen onvoldoende helpen en een langwerkend middel nodig is, kan formoterol of salmeterol gebruikt worden. Er is geen gedocumenteerde ervaring met deze middelen. De plasmaspiegels bij de moeder zijn laag.
Er is geen onderzoek bekend over het gebruik van vilanterol tijdens de borstvoeding. Vilanterol komt na inhalatie slechts in hele kleine hoeveelheden systemisch. Verwacht wordt dat de hoeveelheid te laag is om effect te hebben op de zuigeling.
Over het gebruik van indacaterol en olodaterol tijdens de borstvoeding zijn geen gegevens bekend.
Laatst bijgewerkt op 27-02-2019