Een kinkhoestinfectie kan erg gevaarlijk zijn voor een pasgeboren baby.
Het kan ernstige ademhalingsproblemen veroorzaken en leiden tot een opname in het ziekenhuis en zelfs tot het overlijden. Dit komt omdat een baby bij de geboorte nog niet beschermd is tegen kinkhoest. Pas na de vaccinaties tegen kinkhoest (de eerste prik is bij 2 of 3 maanden), zal de bescherming hiertegen op gang komen.
Sinds 1996 is er een sterke stijging in het aantal gevallen van kinkhoest in Nederland, zowel bij volwassenen als kinderen. Hierdoor nam de kans op de besmetting van een nog niet of onvolledig gevaccineerde baby toe. Daarom is besloten vanaf december 2019 de kinkhoestvaccinatie aan zwangere vrouwen aan te bieden.
Door de 22 wekenprik maakt het lichaam antistoffen aan
Deze komen via de placenta bij de foetus terecht. Om te zorgen dat de baby voldoende antistoffen heeft bij de geboorte, wordt aangeraden de prik vanaf 22 weken te geven/ krijgen. In onderzoeken naar vaccinatie in het 2e of 3e trimester is een duidelijke stijging te zien in de concentratie antilichamen tegen kinkhoest bij de moeder, in het navelstrengbloed en bij de baby. Dit is onderzocht in meer dan 20 studies met ruim 2000 gevaccineerde zwangeren en ruim 1000 controles. Bovendien zijn de antistoffen vanaf de geboorte minstens 2 maanden aanwezig bij de baby.
De 22 wekenprik is effectief
Vaccinatie tegen kinkhoest in het 2e of vroeg in het 3e trimester van de zwangerschap verkleint het risico op kinkhoest in de eerste 2 levensmaanden van het kind. Dit blijkt uit grote onderzoeken naar de effectiviteit van de 22 wekenprik. In veel landen (als de VS, Engeland en België) wordt deze vaccinatie al jaren gegeven, waardoor er veel ervaring is. In de onderzoeken wordt een duidelijke afname gezien in het aantal gevallen van kinkhoest bij zeer jonge kinderen. Wel hebben kinderen die te vroeg zijn geboren minder voordeel van de vaccinatie als de moeder laat in het 3e trimester is gevaccineerd. Dit komt omdat de tijd tussen vaccinatie en geboorte dan te kort is. Daarom is het advies zo vroeg mogelijk te vaccineren (vanaf 22 weken).
Uitgebreid onderzoek ziet geen negatieve effecten
Er worden geen effecten gezien van de 22 wekenprik op de zwangerschap, de foetus of de pasgeboren baby Er is veel onderzoek gedaan naar de veiligheid van het DKT vaccin in de zwangerschap. In studies worden meer dan 230.000 zwangerschappen beschreven.
Bijwerkingen van de 22 wekenprik
De bijwerkingen zijn vergelijkbaar met de bijwerkingen bij niet-zwangere vrouwen of van andere vaccins. De effecten zijn mild van aard en er zijn geen ernstige bijwerkingen bekend die verband houden met het vaccin.
De meest voorkomende bijwerkingen zijn:
- Pijn op de prikplaats
- Stijve arm of been, waar geprikt is
- Vermoeidheid
- Griepachtige verschijnselen als koorts, hoofdpijn, spierpijn, verminderde eetlust, misselijkheid of buikpijn.
Op deze pagina is meer informatie te vinden over de bijwerkingen van het DKT vaccin.
Meedoen aan Moeders van Morgen
Ondanks de al uitgevoerde grote onderzoeken, is het belangrijk de veiligheid van de 22-wekenprik in de gaten te blijven houden, ook in de Nederlandse situatie. Lareb doet dit met het onderzoek 'Moeders van Morgen'. Alle zwangere vrouwen kunnen hier tijdens hun zwangerschap aan meedoen. Deelneemsters vullen tijdens en na de zwangerschap (tot 1 jaar) 6 vragenlijsten in. Deze gaan over gezondheid, leefstijl, geneesmiddelgebruik en vaccinaties. De vragenlijsten na de bevalling gaan ook over de gezondheid van het kind.
Andere websites met informatie:
Aanvullende informatie over de kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap is te vinden via
- RIVM: Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen
- RIVM richtlijn: Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen (professionals)
- Rapport Gezondheidsraad 2015: Vaccinatie tegen kinkhoest: doel en strategie
Laatst bijgewerkt op 16-12-2019