Gedetailleerde informatie over hoe de perinatale zorg bij lithiumgebruik tijdens de zwangerschap eruit kan zien, is te vinden bij het Landelijk Kenniscentrum Psychiatrie en Zwangerschap, zie farmacologieprotocol vanaf pagina 19 via https://lkpz.nl/docs/lkpz_pdf_1526547933.pdf
Aangeboren afwijkingen
Bij gebruik van lithium in het eerste trimester is de kans op aangeboren (hart)afwijkingen, in het bijzonder Ebstein-anomalie, licht verhoogd. Het exacte risico is moeilijk in te schatten door de beperkingen van de studies, maar het overall risico op aangeboren afwijkingen ligt mogelijk tot een paar procent hoger dan het normale risico van 2 tot 4 % op een kind met aangeboren afwijkingen. Om aangeboren afwijkingen uit te sluiten, wordt een uitgebreide echoscopie (GUO) geadviseerd.
Dosisaanpassing
Lithium heeft een smalle therapeutische breedte en wordt voornamelijk via de nieren uitgescheiden. Tijdens de zwangerschap verandert de farmacokinetiek van lithium. Door toename van de glomerulaire filtratie snelheid in het eerste deel van de zwangerschap kan de plasmaspiegel dalen. Hierdoor kan een recidief van de klachten optreden. De spiegels moeten daarom regelmatig worden bepaald. Naar het eind van de zwangerschap gaat de glomerulaire filtratie snelheid weer omlaag. Het kan nodig zijn om de dosis te verlagen om een maternale- en neonatale lithiumintoxicatie te vermijden (zie onderstaand lithiumintoxicatie).
Lithiumintoxicatie
Bij de neonaat kan een lithiumintoxicatie optreden, dit betreft het floppy-infantsyndroom met als kenmerken onder andere hypotonie, hypothermie, ademhalingsdepressie, cyanose, aritmieën en een verminderde zuigreflex. De incidentie is waarschijnlijk laag. Na gebruik van lithium tijdens de zwangerschap zijn ook neonatale schildkliertoxiciteit, nefrogene diabetes insipidus, cardiovasculaire en renale dysfunctie beschreven.
Laatst bijgewerkt op 19-05-2020