Middelen bij plasproblemen tijdens de zwangerschap

In het kort

Over het gebruik van deze middelen tijdens de zwangerschap zijn onvoldoende gegevens bekend om het risico op eventuele nadelige effecten te kunnen inschatten.

Risico indeling

  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - darifenacine
    • - fesoterodine
    • - flavoxaat
    • - mirabegron
    • - oxybutynine
    • - solifenacine
    • - tolterodine

Achtergrondinformatie

Deze spasmolytica worden toegepast voor de behandeling van urine-incontinentie en andere blaasproblemen. Over oxybutynine zijn zeer beperkt gegevens beschikbaar. Deze laten geen verhoogd risico zien op schadelijke effecten. (1, 2) Over de andere middelen zijn geen humane data beschikbaar.

arrow icon
  1. Beghin D, Vauzelle-Gardier C, Elefant E. Pregnancy outcome after in utero exposure to oxybutynin. Reprod Toxicol. 2016; 60(177):178.
  2. Andretta E, Landi LM, Cianfrocca M, et al. Bladder management during pregnancy in women with spinal-cord injury: an observational, multicenter study. Int Urogynecol.J. 2018.

Laatst bijgewerkt op 10-05-2023


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.