SNRI's bij angst- en depressieve klachten tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Duloxetine, trazodon en venlafaxine kunnen waarschijnlijk veilig worden gebruikt tijdens de borstvoeding. Als een vrouw al tijdens haar zwangerschap duloxetine, trazodon of venlafaxine gebruikte, kan zij dit blijven gebruiken tijdens de borstvoeding.

Let op:
Controleer voor de zekerheid de zuigeling de eerste weken op slecht slapen, sufheid, geïrriteerdheid, veel huilen, koliek, slecht drinken en slecht groeien.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - duloxetine
    • - trazodon
    • - venlafaxine

Achtergrondinformatie

Keuze van het middel
De selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) paroxetine of sertraline hebben de voorkeur. Dit is alleen van toepassing als gestart moet worden met een SSRI tijdens de borstvoedingsperiode. Stop of verander niet van antidepressivum in de kraamperiode. Dit vergroot het risico op het ontstaan van een postpartum depressie.

Duloxetine
Duloxetine gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. De relatieve kinddosis is ongeveer 1%. Er is weinig onderzoek gedaan naar gebruik van duloxetine tijdens de borstvoedingsperiode.

Trazodon
Trazodon gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. De relatieve kinddosis is rond 3%. Er is weinig onderzoek gedaan naar gebruik van trazadon tijdens de borstvoedingsperiode.

Venlafaxine
Venlafaxine en de actieve metaboliet O-des-methyl-venlafaxine gaan over in de moedermelk. De relatieve kinddosis is rond 7%. Venlafaxine en de werkzame metaboliet ervan hebben een relatief korte halfwaardetijd. Er is beperkte ervaring opgedaan met venlafaxine.

Mogelijke effecten bij de zuigeling
Tot nu toe zijn er geen effecten gemeld op de zuigeling van duloxetine en trazodon via de moedermelk. Bij andere antidepressiva zijn wel soms effecten beschreven. Deze zijn meestal mild van aard. Het is wel verstandig het kindje de eerste periode te controleren op mogelijke effecten, zoals slecht slapen, sufheid, geïrriteerdheid, veel huilen, koliek, slecht drinken en slecht groeien. De kans hierop is klein, maar is niet uit te sluiten.

Postpartum depressie
In de periode na de bevalling zijn vrouwen extra gevoelig voor psy­chische stoornissen. Tussen de 10 en 15% van de vrouwen krijgt een postpartum depressie. Het gebruik van antidepressiva hoeft geen reden te zijn om met het geven van borstvoeding te stoppen. Kies zo mogelijk voor een voorkeursmiddel, in monotherapie en in een zo laag mogelijke dosering.

Met alle antidepressiva is onvoldoende ervaring opgedaan om een uitspraak te kunnen doen over de effecten op de lange termijn. Tot nu toe zijn er geen duidelijke aanwijzin­gen voor nadelige effecten bij het kind op latere leeftijd.

Laatst bijgewerkt op 20-02-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.