Keuze van het middel
De selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) paroxetine of sertraline hebben de voorkeur. Dit is alleen van toepassing als gestart moet worden met een SSRI tijdens de borstvoedingsperiode. Stop of verander niet van antidepressivum in de kraamperiode. Dit vergroot het risico op het ontstaan van een postpartum depressie.
Duloxetine
Duloxetine gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. De relatieve kinddosis is ongeveer 1%. Er is weinig onderzoek gedaan naar gebruik van duloxetine tijdens de borstvoedingsperiode.
Trazodon
Trazodon gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. De relatieve kinddosis is rond 3%. Er is weinig onderzoek gedaan naar gebruik van trazadon tijdens de borstvoedingsperiode.
Venlafaxine
Venlafaxine en de actieve metaboliet O-des-methyl-venlafaxine gaan over in de moedermelk. De relatieve kinddosis is rond 7%. Venlafaxine en de werkzame metaboliet ervan hebben een relatief korte halfwaardetijd. Er is beperkte ervaring opgedaan met venlafaxine.
Mogelijke effecten bij de zuigeling
Tot nu toe zijn er geen effecten gemeld op de zuigeling van duloxetine en trazodon via de moedermelk. Bij andere antidepressiva zijn wel soms effecten beschreven. Deze zijn meestal mild van aard. Het is wel verstandig het kindje de eerste periode te controleren op mogelijke effecten, zoals slecht slapen, sufheid, geïrriteerdheid, veel huilen, koliek, slecht drinken en slecht groeien. De kans hierop is klein, maar is niet uit te sluiten.
Postpartum depressie
In de periode na de bevalling zijn vrouwen extra gevoelig voor psychische stoornissen. Tussen de 10 en 15% van de vrouwen krijgt een postpartum depressie. Het gebruik van antidepressiva hoeft geen reden te zijn om met het geven van borstvoeding te stoppen. Kies zo mogelijk voor een voorkeursmiddel, in monotherapie en in een zo laag mogelijke dosering.
Met alle antidepressiva is onvoldoende ervaring opgedaan om een uitspraak te kunnen doen over de effecten op de lange termijn. Tot nu toe zijn er geen duidelijke aanwijzingen voor nadelige effecten bij het kind op latere leeftijd.
Laatst bijgewerkt op 20-02-2019