Diverse laxeermiddelen tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Natriumlaurylsulfoacetaat en natriumdocusaat kunnen gedurende korte tijd worden gebruikt tijdens de borstvoeding. Ook linaclotide kan tijdens de borstvoeding gebruikt worden.

Over het gebruik van prucalopride, methylnaltrexon en naloxegol tijdens de borstvoeding zijn geen of weinig gegevens bekend.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - linaclotide
    • - natriumdocusaat/sorbitol
    • - natriumdocusaat/glycerol
    • - natriumlaurylsulfoacetaat/natriumcitraat/sorbitol
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - methylnaltrexon
    • - naloxegol
    • - prucalopride

Achtergrondinformatie

Natriumdocusaat (met sorbitol of glycerol) en natriumlaurylsulfoacetaat (met natriumcitraat en sorbitol)
Over het gebruik van natriumdocusaat (docusinezuur) en natriumlaurylsulfoacetaat tijdens de borstvoeding zijn geen gegevens bekend. Deze  middelen worden slechts in geringe mate opgenomen vanuit het maag­darmkanaal.

Prucalopride
In een ongepubliceerde studie (gemeld door de fabrikant) is bij 8 moeders onderzocht of prucalopride overgaat in de moedermelk. Daarbij was de RID 6%. Het is niet bekend of er effecten mogelijk zijn op het kind, omdat dit niet is onderzocht.

Linaclotide
In een ongepubliceerde studie (gemeld door de fabrikant) is bij 7 moeders onderzocht of linaclotide overgaat in de moedermelk. Noch linaclotide, noch de actieve metaboliet waren in de moedermelk aantoonbaar. Daarnaast wordt  linaclotide nauwelijks opgenomen uit het maagdarmkanaal en zijn linaclotide en de metaboliet grote moleculen. Het lijkt niet waarschijnlijk dat de zuigeling via de borstvoeding zal worden blootgesteld aan linaclotide.

Methylnaltrexon en naloxegol
Deze geneesmiddelen zijn niet onderzocht tijdens de borstvoeding.

Laatst bijgewerkt op 03-10-2020


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.