Misselijkheid in de zwangerschap
Meer dan de helft van de zwangere vrouwen heeft last van misselijkheid en braken. Als het braken niet veroorzaakt wordt door een ziekte, dan worden bij milde klachten als eerste dieetmaatregelen geadviseerd. Als dat onvoldoende effect heeft, hebben meclozine, doxylamine of metoclopramide de voorkeur. Deze middelen zijn het best onderzocht.
Ondansetron in het eerste trimester
Gebruik ondansetron pas als de eerste keuzemiddelen niet werken. Gezien het beperkte effect op het risico op afwijkingen kan gebruik van ondansetron in het eerste trimester bij ernstige vormen van misselijkheid toch een optie zijn. Belangrijk is dat de voor- en nadelen goed afgewogen en besproken worden met de zwangere [14-16]. Ernstige misselijkheid kan ook nadelige effecten hebben voor de zwangerschap.
Er wordt in de literatuur geen algeheel hoger risico gezien op miskramen en aangeboren afwijkingen [1-12, 20, 22] bij gebruik van ondansetron in het eerste trimester. Met betrekking tot het risico op specifieke afwijkingen, zoals hartafwijkingen en schisis (gespleten lip of gehemelte), zijn de onderzoeksresultaten tegenstrijdig en niet consistent. De meeste studies zien geen hoger risico op specifieke afwijkingen. In drie onderzoeken wordt een licht verhoogd risico op gespleten gehemelte of lip gemeld en in drie andere op hartafwijkingen of een VSD (ventrikelseptumdefect). Geen van de studies ziet zowel een hogere risico op gespleten gehemelte als op hartafwijkingen. Bij een duidelijk verhoogd risico is het te verwachten dat dit in de meeste/ alle studies gezien wordt. Omdat dit hier niet het geval is, is het lastig vast te stellen of er een causaal verband is tussen ondansetron en deze specifieke afwijkingen. Een meta-analyse uit 2020 ziet een klein verhoogd risico op schisis (OR 1.22, 95% CI 1.00–1.49; n = 4 studies) en VSD (OR 1.11, 95% CI 1.00–1.23; n=6 studies), maar niet op hartafwijkingen [13]. Het kan zijn dat de ernst van het ziektebeeld een rol speelt bij het ontstaan van de afwijkingen.
Meer informatie over 1e trimester studies
Er is een 13-tal onderzoeken [1-12, 20] verschenen naar het 1e trimester gebruik van ondansetron in de zwangerschap, met 5 grote database studies in de laatste 3 jaar. In totaal zijn er meer dan 270.000 zwangerschappen gevolgd. Omdat de uitkomsten van de onderzoeken tegenstrijdig zijn, is het onduidelijk of er een licht verhoogd risico is op schisis en hartafwijkingen bij gebruik van ondansetron of dat de ernst van de indicatie hierin een rol speelt.
Gespleten gehemelte: In een grote databasestudie uit Amerika (Medicaid, 2018) met 88.467 levendgeborenen, ziet men een licht verhoogd risico op gespleten gehemelte (RR 1.24 (95% CI 1.03-1.48) [1]. De auteurs melden dat er mogelijk 3 extra gevallen van gespleten gehemelte per 10.000 kinderen zijn. Een recent onderzoek (2019) op dezelfde database naar intraveneus gebruik van ondansetron ziet geen hoger risico op gespleten gehemelte (RR 0.95 (95% CI 0.63-1.43) [2]. Dit onderzoek betrof ruim 23.000 zwangerschappen. Ook in de subgroep IV + oraal ondansetron wordt geen hoger risico op gespleten gehemelte gezien (RR=1.07 (95%CI, 0.59-1.93)).
In een andere studie worden 2 registers voor aangeboren afwijkingen uit Amerika onderzocht [4]. Het ene register (NBDPS) ziet wel een licht verhoogd risico op gespleten gehemelte (OR 1.6, 95% CI 1.1-2.3), de andere (BDS) niet (OR 0.5, 95% CI 0.3–1.0). Een eerdere studie van het NBDPS register meldde ook een licht hoger risico op gespleten gehemelte [5]. Alle andere studies zien geen hoger risico.
Hartafwijkingen: Er zijn 3 onderzoeken, met samen ruim 10.000 zwangerschappen, waarin een licht verhoogd risico (OR <2.1) op hartwijkingen of VSD wordt gezien [3,7,12]. In een recente heranalyse [https://janusmed.sll.se/#/home/fosterpaverkan] met meer data van het Zweedse zwangerschapsregister is het risico op VSD gezien door Danielsson [7] verdwenen. Alle andere studies (waaronder de 2 grootste met samen ruim 150.000 zwangerschappen) zien geen hoger risico. De data zijn niet eenduidig en wijzen mogelijk op een effect van de ernst van het ziektebeeld (ernstige hyperemesis geeft hoger risico) en niet op een effect van ondansetron.
Ondansetron in het tweede en derde trimester
Gebruik ondansetron pas als de eerste keuzemiddelen niet werken. Ondansetron kan in het tweede en derde trimester gebruikt worden. Er zijn geen aanwijzingen voor nadelige effecten [8, 20-22]
Overige Serotonine-antagonisten
Het gebruik van granisetron [18], palonosetron en tropisetron tijdens de zwangerschap is niet tot nauwelijks onderzocht. Hierdoor is het niet mogelijk iets te zeggen over eventuele effecten op de zwangerschap of het ongeboren kind.
Alternatieve middelen
Andere middelen die tijdens de zwangerschap worden gebruikt bij misselijkheid, braken of hyperemesis gravidarum zijn pyridoxine, gember, antihistaminica, dopamine-antagonisten, corticosteroïden en mirtazapine. Zie de betreffende pagina’s voor informatie over deze middelen.
Laatst bijgewerkt op 26-04-2021