Inhalatie-anesthetica bij narcose tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Tegen het geven van borstvoeding na gebruik van inhalatie-anaesthetica (in te ademen narcosemiddelen) bestaat geen bezwaar.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - desfluraan
    • - distikstofoxide (lachgas)
    • - isofluraan
    • - sevofluraan

Achtergrondinformatie

Over de overgang van deze inhalatie-anesthetica in de borstvoeding zijn geen gegevens bekend. Deze middelen hebben echter een zeer korte halfwaar­detijd en worden voor het grootste deel snel via de longen uitgescheiden. De hoeveelheid die in de melk terechtkomt, is hoogstwaarschijnlijk klein. Mocht de zuigeling via de moedermelk toch een van deze middelen binnenkrijgen, dan vindt bovendien nauwelijks opname plaats vanuit het maagdarmkanaal. Er is dan ook geen bezwaar tegen het geven van borstvoeding zodra de moeder bijgekomen is uit de narcose. 

Laatst bijgewerkt op 02-02-2021


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.