Immunosuppressiva bij chronische darmontsteking tijdens de zwangerschap

In het kort

Azathioprine, mercaptopurine, ciclosporine en tioguanine kunnen indien nodig gebruikt worden in de zwangerschap. Het risico op aangeboren afwijkingen lijkt niet verhoogd.  Er is een klein risico op afwijkingen van het bloedbeeld bij de pasgeborene.

Er is nog maar beperkt onderzoek gedaan naar het gebruik van vedolizumab in de zwangerschap. Het is dus niet bekend of er effecten zijn op de zwangerschap of het ongeboren kind. Vedolizumab kan vanaf het tweede trimester via de placenta bij het kindje terecht komen. Het wordt maar langzaam uit het lichaam verwijderd. Hierdoor kan het mogelijk de afweer van de baby onderdrukken na de geboorte. Om de kans op een lagere afweer bij het kind te verkleinen, is het advies soms halverwege de zwangerschap met vedolizumab te stoppen. Dit kan alleen als de ziekte rustig is. Stoppen als er veel klachten zijn van de ziekte, kan negatieve gevolgen hebben voor de zwangerschap.

Het is niet bekend of filgotinib, tofacitinib en upadacitinib gebruikt kunnen worden in de zwangerschap. Gebruik in de zwangerschap is nauwelijks tot niet onderzocht.

Het is belangrijk dat colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn zo goed mogelijk behandeld worden tijdens de zwangerschap.

Zie verder onder de tabel voor uitgebreide informatie

Risico indeling

  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan mogelijk nadelige effecten hebben op zwangerschap of –ongeboren- kind. Weeg de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van behandeling van de moeder. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden of voer extra controles uit.
    • - azathioprine
    • - ciclosporine
    • - mercaptopurine
    • - tioguanine
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - filgotinib
    • - tofacitinib
    • - upadacitinib
    • - vedolizumab

Achtergrondinformatie

Azathioprine en mercaptopurine
Deze middelen zijn uitgebreid onderzocht. De beschikbare ervaring wijst niet op een hoger risico op aangeboren afwijkingen. Azathioprine wordt in het lichaam snel omgezet in 6-mercaptopurine

Azathioprine en mercaptopurine kunnen wel tijdelijke effecten geven bij de pasgeborene. In enkele onderzoeken is neonatale immunosuppressie en neonatale leukopenie en pancytopenie gezien. Een onderzoek naar azathioprine zag dat het risico op neonatale leukopenie het grootst is als de moeder zelf ook leukopenie heeft gehad in het derde trimester. Een overweging kan zijn het bloedbeeld bij de moeder in het derde trimester te controleren, en zo nodig de dosering te verlagen (als de ziekte-activiteit dit toelaat).

Bij gebruik van azathioprine en mercaptopurine wordt in sommige onderzoeken een lager geboortegewicht  en meer vroeggeboortes gezien. Het lijkt aannemelijk dat dit veroorzaakt wordt door een terugval of verslechtering van de ziekte en niet zozeer door de medicatie.

Tioguanine
Tioguanine wordt vaak gegeven als de behandeling met azathioprine of mercaptopurine niet effectief is of de vrouw intolerant is voor deze medicatie. In dat geval kan tioguanine niet omgezet worden naar azathioprine (het middel met de meeste ervaring) in de zwangerschap. Gebruik van tioguanine kan tijdens de zwangerschap worden voortgezet.

Literatuur naar het gebruik van tioguanine tijdens de zwangerschap is beperkt. Er zijn slechts enkele tientallen zwangerschappen beschreven. De meeste vrouwen begonnen pas in het tweede of derde trimester met tioguanine. Gezien het metabolisme van azathioprine en tioguanine (beide worden omgezet naar de actieve metaboliet 6-TGN) is de beschreven ervaring van azathioprine in de zwangerschap ook van toepassing op tioguanine.

Het is aannemelijk dat tioguanine net als azathioprine en mercaptopurine effecten op het neonatale bloedbeeld kan hebben.

Ciclosporine
Ciclosporine is uitgebreid onderzocht, met name bij transplantatiepatiënten en patiënten met chronische darmontsteking. De beschikbare ervaring wijst niet op een hoger risico op aangeboren afwijkingen.

Ciclosporine kan wel tijdelijke effecten geven bij de pasgeborene. In enkele onderzoeken is neonatale immunosuppressie en neonatale leukopenie gezien.

Bij gebruik van ciclosporine wordt in sommige onderzoeken een lager geboortegewicht  en meer vroeggeboortes gezien. Het lijkt aannemelijk dat dit veroorzaakt wordt door een terugval of verslechtering van de ziekte en niet zozeer door de medicatie.

Vedolizumab
Gebruik van vedoliumab tijdens de zwangerschap is beperkt onderzocht. In de literatuur worden slechts enige honderden zwangerschappen beschreven in kleine case series en onderzoeken. Een deel van de vrouwen gebruikte de medicatie alleen in het eerste trimester. De onderzoeken zien geen toename in het aantal afwijkingen. Er zijn echter te weinig gegevens om een goede inschatting te kunnen maken van het risico. Maar omdat vedolizumab de placenta in het eerste trimester niet passeert, is de kans klein dat het een hogere kans geeft op aangeboren afwijkingen.

Placentapassage vedoliumab
Vedolizumab is een monoklonaal antilichaam. In het eerste trimester is er geen placentapassage. Vanaf het tweede trimester kunnen monoklonale antilichamen de placenta passeren door actief transport. De placentapassage neemt toe tijdens de zwangerschap en is maximaal vlak voor de bevalling. In meerdere onderzoeken is vedolizumab gevonden in het navelstrengbloed. De concentratie in navelstrengbloed was wel lager dan de concentratie in het bloed van de moeder 

Immunosuppressie bij het kind
Vedolizumab heeft een lange halfwaardetijd (bijna 2 weken). Door de langzame klaring zal vedolizumab nog maanden in het lichaam van het kind aanwezig blijven, zeker bij gebruik tot in het 3e trimester. Dit kan tot immunosuppressie bij de baby leiden en mogelijk een hoger risico op infecties in de eerste maanden kunnen geven. Ook zou het geven van een levend vaccin aan de baby een risico kunnen zijn. Bij vedolizumab is hiernaar nog weinig onderzoek gedaan. In kleine studies worden niet meer infecties in het eerste levensjaar gezien na gebruik van vedolizumab door de moeder in de zwangerschap. Omdat de kans op immunosuppressie bij het kind niet uit te sluiten is bij gebruik tot in het derde trimester, kan worden overwogen om halverwege de zwangerschap met de medicatie te stoppen. Dit kan uitsluitend als de ziekte in remissie is en de kans op een terugval klein.

Tofacitinib
Er zijn rond de 100 zwangerschappen bekend met gebruik van tofacitinib in de zwangerschap. Er werd geen hoger risico gezien op aangeboren afwijkingen of andere nadelige zwangerschapsuitkomsten. De aantallen zijn te klein om iets te kunnen zeggen over een mogelijk risico.

Upadacitinib, filgotinib
Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van deze middelen tijdens de zwangerschap.

Middelen bij chronische darmontsteking
Vrouwen met de ziekte van Crohn of collitis ulcerosa die zwanger zijn of willen worden, moeten altijd optimaal behandeld worden. Een terugval of verslechtering van de ziekte kan het verloop van de zwangerschap ongunstig beïnvloeden. Een exacerbatie geeft onder andere een verhoogd risico op spontane abortus, vroeggeboorte en een lager geboortegewicht. Daarom krijgen vrouwen het advies om alleen in een rustige fase van de  ziekte zwanger te worden.

Welke middel de voorkeur heeft tijdens de zwangerschap, is afhankelijk van de medische voorgeschiedenis en situatie van de zwangere.

 

Laatst bijgewerkt op 14-02-2023


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.