Eerste trimester
Het risico op aangeboren afwijkingen na blootstelling aan ACE-remmers in het eerste trimester lijkt niet duidelijk verhoogd te zijn. In onderzoeken worden meer dan 5000 zwangerschappen beschreven. In de studies worden de ACE-remmers steeds als groep onderzocht, er zijn geen onderzoeken naar specifieke ACE-remmers. De meeste zwangerschappen zijn met lisinopril, gevolgd door benazepril en enalapril.
Een deel van de studies ziet geen hogere kans op aangeboren afwijkingen. Een deel van de studies meldt wel een licht verhoogd risico op afwijkingen, maar zien dit ook bij gebruik van andere middelen tegen een hoge bloeddruk. Men gaat er daarom van uit dat dit hogere risico niet veroorzaakt wordt door de medicatie. De hoge bloeddruk zelf en factoren (als diabetes, obesitas, leeftijd) die daarmee samenhangen zijn waarschijnlijk de oorzaak van dit effect.
Tweede en derde trimester
ACE-remmers kunnen een nadelig effect hebben op de nierfunctie van het ongeboren en pasgeboren kind door remming van het RAAS (renine-angiotensine-aldosteronsysteem). Hierdoor ontstaat een lage bloeddruk bij het ongeboren kind en kan de nierfunctie verslechteren. Dit geldt vooral voor het tweede en derde trimester van de zwangerschap. De urineproductie is lager door de verminderde nierfunctie, waardoor de hoeveelheid vruchtwater ook kleiner zal zijn. Daardoor kunnen longhypoplasie (achterblijvende longontwikkeling), nierschade en afwijkingen aan de schedel, aangezicht en ledematen ontstaan. Ook kan groeivertraging optreden. De kans op overlijden tijdens de zwangerschap of na de geboorte is verhoogd.
Laatst bijgewerkt op 07-03-2019