Ibuprofen, diclofenac en flurbiprofen
Deze middelen gaan slechts in minimale hoeveelheden over in de moedermelk. Van deze middelen zijn geen bijwerkingen bij de kinderen beschreven. Ibuprofen heeft de voorkeur, omdat hiermee de meeste ervaring is opgedaan tijdens de borstvoeding.
Acetylsalicylzuur en carbasalaatcalcium
Kortdurend gebruik van acetylsalicylzuur en carbasalaatcalcium bij pijn is waarschijnlijk veilig tijdens de borstvoeding. Deze middelen gaan over in de moedermelk, maar worden snel afgebroken. Overweeg na inname 2 tot 3 uur te wachten met het geven van borstvoeding om de blootstelling van de zuigeling te verminderen. Langdurig gebruik van analgetische doseringen wordt afgeraden vanwege de kans op bloedingen, salicylaatintoxicatie en het syndroom van Reye bij de zuigeling.
Het gebruik van acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium in lage doseringen wordt besproken op de pagina over bloedplaatjesremmers.
Naproxen en piroxicam
Naproxen en piroxicam gaan over in de moedermelk. Deze middelen hebben een langere halfwaardetijd dan de eerder genoemde NSAID's. Naproxen en piroxicam kunnen daardoor mogelijk stapelen bij het kind na langdurig gebruik. Eén casus beschrijft een neonaat van een week oud met bloedingsneiging, bloedingen en bloedarmoede tijdens het gebruik van naproxen door de moeder. Incidenteel gebruik leidt waarschijnlijk niet tot nadelige effecten.
Indometacine
Eén casus beschrijft een neonaat met een convulsie tijdens het gebruik van indometacine door de moeder.
Metamizol
Eén casus beschrijft een neonaat die twee keer een cyanotisch incident doormaakte, kort na inname van metamizol door de moeder.
Overige NSAID’s
Over het gebruik van de andere NSAID’s tijdens de borstvoeding zijn vrijwel geen gegevens bekend. Het is daarom niet mogelijk een uitspraak te doen over de mogelijke risico’s.
Laatst bijgewerkt op 20-01-2020