Azathioprine en ciclosporine
Azathioprine en ciclosporine gaan in geringe hoeveelheden over in de moedermelk. Tot nu toe zijn er geen nadelige effecten bij de zuigeling gemeld, ook geen (langetermijn-) effecten op het immuunsysteem of het bloedbeeld van de zuigeling. Door na inname van azathioprine vier tot zes uur te wachten met het geven van borstvoeding, kan de hoeveelheid die het kind binnenkrijgt geminimaliseerd worden. Sommige bronnen adviseren om het bloedbeeld en de leverfunctie van de zuigeling te controleren bij volledige borstvoeding.
Sulfasalazine
Over het gebruik van sulfasalazine tijdens de borstvoeding is een redelijke hoeveelheid gegevens beschikbaar. Sulfasalazine gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Er zijn enkele gevallen van (bloederige) diarree bij de zuigeling beschreven. De meeste zuigelingen verdragen deze middelen echter goed. In theorie is hyperbilirubinemie bij de zuigeling mogelijk door de sulfacomponent in sulfasalazine. Bij een dosering tot maximaal 2 gram sulfasalazine per dag is dit echter nooit gemeld.
Methotrexaat
Het gebruik van methotrexaat tijdens de borstvoeding wordt afgeraden. Methotrexaat gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk, maar kan langere tijd in de weefsels aanwezig blijven.
Penicillamine
Er is geen ervaring opgedaan met penicillamine tijdens de borstvoeding. Op grond van de kinetiek wordt verwacht dat dit sterk werkzame middel in significante hoeveelheden in de moedermelk terechtkomt. Het gebruik van penicillamine tijdens de borstvoeding wordt daarom afgeraden.
Hydroxychloroquine en chloroquine
Dagelijks gebruik van hydroxychloroquine en chloroquine leidt door de lange halfwaardetijd mogelijk tot stapeling bij de zuigeling. Het gebruik tijdens de borstvoeding, anders dan als malariaprofylaxe (1 keer per week), werd lange tijd afgeraden vanwege irreversibele bijwerkingen die bij de gebruiker zelf kunnen optreden (zoals gehoorverlies, retinopathie). Recentere informatie lijkt erop te wijzen dat er slechts weinig hydroxychloroquine in de moedermelk terechtkomt. Tot nu toe zijn er geen bijwerkingen op de oren of ogen beschreven bij kinderen die alleen via de moedermelk zijn blootgesteld.
Aurothiomalaat
Goudverbindingen waaronder aurothiomalaat hebben een extreem lange halfwaardetijd. Deze middelen gaan over in de moedermelk en zijn in het serum van zuigelingen aangetoond. Bij gebruik van goudverbindingen wordt het geven van borstvoeding afgeraden.
Glucosamine
Met het gebruik van glucosamine tijdens de borstvoeding is geen ervaring opgedaan. Glucosamine is nauwelijks detecteerbaar in het plasma van de moeder. De opname vanuit het maagdarmkanaal van de zuigeling is waarschijnlijk gering. Het is daarom onwaarschijnlijk dat er klinisch relevante hoeveelheden bij het kind terechtkomen.
Laatst bijgewerkt op 17-03-2019